Voor het eerst zat ik in een televisiestudio. Radio, dat kende ik, maar televisie is nieuw. Alleen mijn hoofd was ooit kort op het scherm te zien. Ik was niet bij Bar Laat uitgenodigd om over mijn boek te praten, maar over de tragische kunstroof van Roemeense topstukken uit het prachtige Drents Museum in Assen. Dat krijg je als zogenaamde Roemeniëkenner (en schrijver met een Roemeense vader). Links van mij zat Bert Visscher, zijn broer Jos heeft me ooit geleerd om scherp en bondig te schrijven. Daar had ik deze avond opnieuw baat bij, want in de tv-wereld raast alles in een onwaarschijnlijk tempo voorbij.
Het weekend van de roof gingen we toch naar Veendam. Ik had nog voorgesteld om op de terugweg Assen aan te doen. De bandieten waren ons helaas voor. De stukken zijn absoluut uniek. De Daciërs woonden rond tweeduizend voor Christus in het huidige Roemenië. Het was een koppig volk. Och, de Romeinen waren zo trots toen ze de Daciërs er eindelijk onder hadden gekregen. Ik wilde live nog ingaan op de oorsprong van de gestolen helm, hoe die ooit werd gevonden door kinderen en als een waterbak voor de kippen werd gebruikt en daardoor (misschien, hopelijk) wel tegen een stootje kan. Ook wilde ik vertellen over de drie vervloekte armbanden, die hun vinders zelden geluk brengen. Daar staat nog een ontluisterende documentaire over op Netflix.
Maar het was goed zo. Ik heb twee dagen rondgelopen met de make-up van de visagiste. Vergeten te wassen. Redacteur Joost zei na afloop dat ik ongetwijfeld veel berichtjes zou krijgen van bekenden en onbekenden. Dat klopte. Iedereen om me heen deed alsof ik een onlesbare dorst had aan tafel, terwijl ik hooguit twee biertjes dronk. Of drie. Bar Laat is toch een bar? Sommige stereotypen zijn er om te bevestigen.
Ondanks de aanleiding was het leuk en intens, maar ook leerzaam. Jos hamerde als schrijvend journalist altijd op een krachtige uitsmijter. Hier past er slechts één: laten we allemaal hopen dat de gestolen kunstschatten snel terechtkomen.
De uitzending van Bar Laat is op de website van de NPO in zijn geheel terug te kijken.
IIk schreef dit op