Het wegbezuinigen van soul en jazzzender Radio 6 is een daad van cultuurterrorisme. Dat blijkt wel uit het grote succes van het North Sea Jazz Festival. In totaal trok het festival in Ahoy Rotterdam circa 75.000 bezoekers. Een prestatie die opnieuw de vraag opwerpt: moet Radio 6 echt verdwijnen? Nee, dat moet zeker niet.
Het driedaagse jazzfestival was in recordtijd uitverkocht. Dit kan te maken hebben met het jubileum dat gevierd werd – het was de veertigste editie – of gewoon met de kekke line-up. Feit is dat de organisatie jaar in, jaar uit één van de beste festivals van het land neerzet. Waar ik land zeg, kan evengoed Europa staan. Vijfentwintigduizend bezoekers per dag, dertien podia. Iedereen lyrisch, iedereen content.
Daartegenover staat het naderende einde van Radio 6. ‘U zult het begin van het nieuwe jaar niet meer meemaken,’ zo sprak de dokter met de uiterlijke kenmerken van de directie van de Nederlandse Publieke Omroep. Niet dat de patiënt niet te redden valt. Integendeel. Het is een financiële overweging. Een prioriteitengeval. Een daad van volstrekte luiheid, nee, erger nog: laksheid. Schouders ophalen en doorgaan.
Radio 6 is met een budget van 2,5 miljoen euro per jaar te duur bevonden. Ter vergelijking: de NOS betaalt twintig miljoen euro per jaar voor de samenvattingen van het Eredivisievoetbal. Fragmenten die SBS of RTL met evenveel liefde of kennis kunnen uitzenden. Natuurlijk leveren de samenvattingen de NPO ook een hoop op, maar wat kan er toch veel waardevols gedaan worden met het geld dat overblijft als de Eredivisie wordt afgestoten.
Een radiozender redden die gered verdient te worden, bijvoorbeeld. De kosten van het voetbal is een gangbaar argument tegen de huidige richting van de NPO. Het illustreert de dubbelzinnige redeneringen van de directie. De Mediawet is glashelder over de rol van de publieke omroep. Er moet voldaan worden aan ‘democratische, sociale en culturele behoeften’ van de samenleving. En dat aanbod moet ‘evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand zijn’. Dat er losjes met de publieke taak van programma’s wordt omgesprongen, maken succesnummers als Boer zoekt Vrouw en Wie is de Mol wel duidelijk. Goede, wonderschone televisie, maar niet per se de taak van de omroepen.
Of neem 3FM, de zender die zich beroemt op het ontdekken van bandjes of liedschrijvers, maar meestentijds dezelfde commerciële nummers draait die ook Radio 538, Slam FM, Q-music of Radio Veronica serveren. Pitbull is overal. Kan dat niet iets minder? En dan doel ik niet alleen op Pitbull, maar voornamelijk op het budget dat de jongerenzender toegewezen krijgt. Of beter nog: laat ‘ouderenzender’ Radio 2 met 3FM samengaan. Dertigers en veertigers voelen zich immers steeds jonger en de daadwerkelijke jongeren luisteren liever hun eigen muziek via Spotify. Zo wordt er een hoop geld én een FM-frequentie bespaard.
Het probleem van Radio 6 is het gebrek aan budget en de ‘beperkte distributiemogelijkheden’, het ontbreken van een FM-frequentie. Eén plus één is zes. Het station trekt weinig luisteraars. Maar komt dat omdat niemand zich interesseert in jazz en soul? Het North Sea Jazz Festival bewijst het tegendeel. Er is animo genoeg. Het zijn juist de genoemde problemen die het bestaan van Radio 6 ondermijnen: het budget en de distributie. De NPO moet het budget ophogen en ervoor zorgen dat de radiozender overal en altijd te beluisteren is. 2,5 miljoen euro? Maak daar het dubbele van! Zorg ervoor dat Radio 6 zich kan profileren. Radio 6 moet een krachtig merk worden. Aan het product ligt het niet. Jazz en soul zijn alive and kickin’.
Dit stuk is eerder gepubliceerd in Trouw.
IIk schreef dit op