Volgens de Maya’s vergaat over enkele minuten de wereld, maar wij zitten buiten in bad te giechelen omdat mijn sluitspier zucht (blub – waterimplosie). Dit kan maar één ding betekenen: er zit aardig wat bloed in ons alcohol. Alcohol in ons bloed, excuus. Mijn vrouw klaagt zo nu en dan over mijn twee linkerhanden en mijn onhandige blikken in nietsontziende om aandacht smekende boezems, maar we houden van elkaar.
Waar liefde is, is leven. Dat is er één van Gandhi. Er is heel veel leven in dit bubbelbad. (Dat is er één van mij.) Het lijkt een normale nacht. De maan schijnt ons bij, zodat ik weet waar ik haar moet kussen. Het is de eerste keer dat we buiten badderen. Het water houdt ons warm. Wijntje erbij, sigaretje, kaarsjes. Maatschappelijk bepaalde clichés die onze relatie goeddoen.
Ze geeft me een waterdicht horloge, de schat. Duur, vertrouwt ze me toe. Ik houd van haar. Niet omdat ze mij een horloge heeft gegeven, maar omdat zij het is die mij een horloge geeft. Omdat zij van mij houdt. Ik doe het cadeau om mijn pols en kijk ernaar.
Onder water slaat het twaalf uur, het einde van de wereld. Alles voelt anders. Ik kijk naar de vrouw tegenover mij. Mijn vrouw. Ik houd niet meer van haar. ‘Ik wil scheiden.’
IIk schreef dit op