Bernard uit Arnemuiden moest plots heel nodig plassen. Dat overkwam hem wel vaker. Het ene moment zat hij vredig in de Kerk, het andere moment wreef hij al hollend de kerkbank uit zijn kerkbillen en zocht naarstig naar een toilet. Deze keer zat hij met zijn handen in Gods aarde te wroeten om wat bloemzaadjes in te stoppen. Zijn blaas zwol ter plekke op. ‘Mijn hemel,’ mompelde hij hooggestemd en hij sprong direct op. Bij de deur schopte hij zijn klompen uit. De modderkluiten zou hij later wel opruimen, voordat zijn verloofde de viezigheid aan zou treffen. Als het goed is, zit ze vredig te punniken in de woonkamer, dacht Bernard, terwijl hij door de keuken stoof en naar de deurklink reikte die toegang verschafte tot de badkamer.
‘Bezet,’ gilde Gerianne verschrikt.
‘Kom er onmiddellijk uit,’ schreeuwde Bernard naar zijn verloofde. ‘Ik moet.’
Maar Gerianne kwam niet. Bernard zette zijn schouders tegen de deur, deed een stap naar achter en sprong tegen de deur op. De houten deur – oud en kromgetrokken door tijd en vocht – moest toch vervangen worden, dacht Bernard, terwijl de deur met een woeste brul meegaf.
Gerianne zat volledig gekleed op de wc-klep. Een thermometer gleed uit haar handen en stuiterde naar Bernard. ‘Afblijven,’ smeekte ze, maar Bernard had het vreemde meetinstrument al tussen zijn duim en wijsvinger geklemd en keek naar de twee strepen in het scherm.
‘Wat heeft dit te betekenen?’ stamelde hij.
Gerianne sloeg haar ogen neer. ‘De Heilige Geest heeft mij bezwangerd.’
Bernard greep zijn verloofde bij haar bovenarm en sleurde haar zonder iets te zeggen de badkamer uit, de keuken en de hal door en liet haar pas los toen hij haar buiten het hekwerk van zijn tuin had geparkeerd. ‘Wegwezen,’ siste hij.
‘Maar de Heilige Geest…’
‘Ik geloof er niets van,’ interrumpeerde Bernard haar bits. Hij smeet het hekje achter zich dicht en liet zich op zijn knieën vallen in Gods aarde. Bernard hoefde niet meer te plassen.
IIk schreef dit op