Roemeense gedetineerden publiceren zich de cel uit’, zo kopte Trouw donderdag. Een curieus bericht en niet alleen vanwege de opvallende inhoud. Er wordt namelijk met geen woord gerept over een Europees rapport dat de dag daarvoor verscheen. Namens de Europese Commissie prijst Frans Timmermans Roemenië voor de strijd tegen corruptie. Een unicum. Is een land als Roemenië alleen nieuwswaardig als een heersend beeld wordt bevestigd?
Het bericht is desalniettemin correct. Roemeense criminelen worden in ruil voor het schrijven of overpennen van wetenschappelijke publicaties eerder vrijgelaten. Een regel die stamt uit het communistische tijdperk. Ooit een vergeten voetnoot in de wet, maar inmiddels opgerakeld door grote namen die puisant rijk zijn geworden met het vinden van dergelijke mazen. Zij, de ongenaakbaren, zitten vast voor corruptie. Niemand zag deze ommezwaai in corruptiebestrijding aankomen, het Roemeense volk, noch de corrupte elite zelf. En nu willen de gevangen eraan ontsnappen. Velen lukt dat.
Heel Roemenië stoort zich er aan. Het rommelt. Het is allang niet meer het land van schouderophalen (‘Het is niet anders’) en doorgaan met leven. Er wordt over gesproken en geschreven. En eerlijk is eerlijk, dan moet dat in Nederland ook kunnen. HP/De Tijd schreef er twee weken terug al over en vermeldde erbij dat de Roemeense overheid de maatregel hekelt en bezig is deze in te trekken – een belangrijke toevoeging die helaas ontbreekt in het stuk in Trouw.
Een raar land
Dat is niet het enige wat jammerlijk mist in het landelijke nieuws. Na tijden van jaarlijkse reprimandes uit Brussel heeft Roemenië eindelijk complimenten ontvangen voor de strijd tegen corruptie. Het Roemeense Anticorruptie Bureau (DNA) wordt beloond voor het harde en vaak gevaarlijke werk dat het doet. De corrupte elite weet nu dat niemand veilig is. Het tijdperk van het Wilde Oosten is voorbij. Onze eigen Frans Timmermans heeft mooie woorden over voor de Roemeense inspanning en plaatst zich op zijn kenmerkende wijze naast de demonstranten die massaal de straat op zijn gegaan uit onvrede over de corruptie. Waardevol, zeker omdat Roemenië van zijn slechte naam af probeert te komen. Maar dit nieuws lees je niet in Nederland.
Natuurlijk blijft Roemenië een raar land, wellicht de vreemdste lidstaat van de Europese Unie. Maar ook de meest fascinerende. Groot en ondoorgrondelijk. Vrijdenkers in een opengebroken geslotenheid, vrolijke pessimisten. De Oriënt in eigen kring. Het kost weinig moeite om pagina’s te vullen met opvallende berichten uit Roemenië. De zwangere bejaarden liggen voor het oprapen, bij wijze van. Maar ‘goed bericht, geen bericht’.
Zwerfhonden en weesjes
Als ik een opiniestuk over een Roemeense kwestie instuur, waarheen dan ook, moet ik niet vreemd opkijken als de fotoredactie er een plaatje bij zoekt van het meest armzalige hutje dat ze kunnen vinden, ook al gaat mijn artikel niet over armoede of over het platteland. Roemenië is of arm of idioot, punt. Het land heeft een imagoprobleem dat zo nauwelijks te bestrijden valt. Krijgt Roemenië een tik op de vingers omdat het de corruptie niet aanpakt, dan wordt dat terecht gepubliceerd. Soms weggestopt in een hoekje, dan weer met een bijgevoegd achtergrondartikel over een ondernemer die zijn zaak slechts kan bestieren door steekpenningen uit te delen. Voor een positieve noot is nauwelijks plaats. We willen zwerfhonden en weesjes, armoede en zigeunerpaleizen. Jammer.
Dit stuk is eerder gepubliceerd in Trouw.
IIk schreef dit op