Live, heeft een spuitverffilosoof op het viaduct geschreven. De trein van ergens naar Amsterdam dendert eroverheen. De tekst is een opgedrongen boodschap tot leven. De L telt meerdere uitlopers, en de E is nagenoeg verdwenen. Op een bankje onder de letters zit een dakloze man. Met gesloten ogen snaait hij iets uit zijn boodschappentas. Ik zie vanaf mijn tafeltje op het terras niet wat hij eet, hij proeft niet wat hij eet. Liever drinkt hij wat. Hij is de weggevallen E. Met elke slok wist hij zichzelf iets meer uit. De mensen die langs hem lopen kijken naar de grond of naar hun mobiel. We zijn allemaal te druk met het tegengaan van ons eigen vervagen.
Leef, pluk de dag.
Daarom drink ik een flat white, en omdat ik de cappuccino zat ben. Veel verschil proef ik niet, maar het voelt wel heel Amsterdams. Koffie drink je maar in de Achterhoek.
Een hoofdstedelijk lieveheersbeestje vliegt tegen mijn voorhoofd en landt op mijn hand, alsof het zo is bedoeld. Ik noem hem/haar/het Liv, naar het viaduct, naar het gebod dat de zetter ons oplegt. Zes zwarte stippen op de rode rug. Ik probeer een betekenis te vinden, maar het lukt me niet, of misschien is juist dat betekenisloze het betekenisvolle in dit leven.
De dakloze man stapt weer eens op. Hij slingert Amsterdam in en roept iets naar een voorbijganger die alleen hij ziet, en precies die voorbijganger kijkt niet naar de grond, niet naar het scherm, maar spreekt de dakloze aan – de man scheldt terug, ‘en bemoei je met je eigen’.
Het liefst zou ik Liv in mijn borstzak vegen en meenemen naar Amersfoort, het Amsterdam aan de Eem, het Amsterdam waar intussen meer Amsterdammers wonen dan in Amsterdam zelf. Onze achtertuin zit namelijk vol bladluis. Ik had al een envelop lieveheersbeestjeslarven gekocht en opgehangen aan mijn rododendron en pruimenboom, maar ik heb nog altijd geen volgroeide lieveheersbeestje in mijn tuin aangetroffen. En wel veel blije bladluizen.
Liv zou me kunnen helpen, maar Liv wil niet. Liv vliegt van mijn hand. Onder het viaduct door, de dakloze achterna, Amsterdam binnen, het leven in. Zes stippen, een weggevallen letter, en overal levens die vervagen.
De volgende keer drink ik gewoon weer een cappuccino.
IIk schreef dit op