Ik heb nooit voor mijzelf geschreven. Misschien een beetje, maar nog meer nog voor de lezer. Zelf lees ik liever een boek van een ander, van Gabriel García Márquez, van Alexandre Dumas, van Dostojevski, van Dimitri Verhulst, Jan van Mersbergen, Tommy Wieringa of van wie dan ook. Sommige schrijvers schrijven alleen voor zichzelf. De lezer komt later, of helemaal niet. Het interesseert hen niets. Dat vind ik knap en wijs.
De laatste dagen kan ik de slaap niet vatten. Het is niet dat ik niet moe ben, integendeel zelfs. Ik ben doodop. Ik kan niet inslapen, omdat ik Klaas Vaak telkens opnieuw verjaag met mijn malende en eindeloos herhalende gedachten. Deze week verschijnt mijn debuutroman Verdwenen grenzen, volgende week is de presentatie in de Baarnse boekhandel Den Boer. Een gepland hoogtepunt waar ik drie jaar naartoe heb geploeterd, maar telkens wanneer ik eraan denk, schud ik spastisch mijn wangen los en denk ik aan alles wat er zoal verkeerd kan gaan.
Zojuist, terwijl ik probeer op te schrijven wat mij uit mijn slaap houdt, ontvang ik een mail van mijn uitgeverij. Er is wat goed nieuws, maar er is ook een negatief blogbericht op De Contrabas. Chrétien Breukers vindt Verdwenen grenzen dik en pedant, een krakkemikkige achtbaan. Hij zou het boek niet bespreken (gelukkig toch gedaan, negatieve publiciteit is ook publiciteit, zeggen zij die getroffen zijn door zulks ongeluk).
Een negatieve recensie. Dat kan er dus verkeerd gaan. Maar ook: geen recensies, een onverkoopbare eerste druk, een totaal van twintig lezers waarvan tien ontevreden – de rest is familie –, klagende familie en vrienden, domme foutjes die mijn agent, uitgever en ik over het hoofd hebben gezien. En dan zijn er nog angstopwekkende zaken die ik nu vergeten ben, maar die vannacht weer zullen opspelen.
Ik moet mijzelf harden, dat weet ik. Ik heb Verdwenen grenzen geschreven en bied dat nu te lezen aan. Dat wilde ik toch zo graag? Ja maar, ja. Dat is waar. Chrétien Breukers voelt zich een beetje schuldig over zijn negatieve blog, ik een beetje sip. Als alles voorbij is, ga ik twee weken slapen. Dan weer schrijven. Eerst voor mijzelf, dan weer voor jullie.
IIk schreef dit op