Dit verhaal wordt anders dan de andere verhalen die ik op deze plek schrijf. Ik ben de ik. Deze gedachten behoren mij toe. Ze zijn niet bedacht, hoogstens een beetje mooier geformuleerd omdat ik zo lelijk denken kan. (Maar heel mooi formuleren kan ik ook weer niet, denk ik altijd.)
Ik ben het nieuws. Beter gezegd: ik maak er onderdeel van uit.
Hoewel ik er positief onder ben, is er corona bij mij geconstateerd.
Er is weinig reden voor vrolijkheid. Het coronavirus eiste intussen het leven van 7072 Nederlanders. Het is in geen geval zo’n fijne Herman Finkers-grap: gelukkig is men niet op de eis ingegaan maar je schrikt wel even als je het hoort. Dit virus is echt. Kijken we over onze landsgrenzen heen – kijken mag – dan tellen we wereldwijd 1,16 miljoen doden. De doden na de zestigduizend tellen pas mee als het er zeventigduizend zijn en we samen de 1,17 miljoen halen, enzovoort.
De grootste pandemie sinds honderd jaar en ik mag officieel meedoen met een snotneus, een ochtendkeelpijn en druk op de slapen. Als ik ren, kom ik sneller adem te kort, maar gelukkig ren ik nooit.
Ik weet niet goed hoe ik aan corona kom. Ik weet ook niet goed hoe ik er weer vanaf raak. De GGD drukt me op het hart om pas naar buiten te gaan wanneer ik een etmaal klachtenvrij ben. Aangezien ik behoorlijk graag klaag, verwacht ik pas over negen jaar de Jumbo binnen te stappen omdat de volle melk opnieuw is geknapt in de laadruimte van de zelfrijdende bezorg-Albert Heijn terwijl ik me zo flink verheug op rijstebrij dat ik mijn geklaag inslik en mijn pantoffels omruil voor knellende buitenschoenen.
Mocht u denken: die jongen heeft er vertrouwen in, dan denk ik terug: ja, ik heb er alle vertrouwen in dat ik die negen jaar red. Ik voel me vooralsnog prima. Mijn neus is wat ruw van het snuiten, maar ik klaag niet. Ik adem. Ik adem heel graag.
Heel soms krijg ik geen lucht. Dat komt doordat ik op die momenten aan alle mensen denk die ik mogelijk heb besmet, zonder dat we wisten dat we actief participeerden in de grootste pandemie sinds honderd jaar.
Ik bid dat we niet meetellen, jij en ik.
Ik publiceerde dit verhaal eind oktober op Shortreads, toen ik corona had.
IIk schreef dit op