Het werkwoord ‘epibreren’ heeft geen betekenis, waardoor de betekenisloosheid uiteindelijk de betekenis van het woord werd. Een woord met meerdere lagen, bestaand uit klanken die het juiste cachet presenteren.De vader van een hele trits aan uiteenlopende meesterwerken, Simon Carmiggelt, is tevens adoptievader van ‘epibreren’. Hij nam het werkwoord in de jaren vijftig over van een ambtenaar en sedertdien bracht Carmiggelt het nieuwe woordwoensdagwoord groot.
Online encyclopedie Wikipedia citeerde een treffende Kronkel van Simon Carmiggelt uit de bundel Ping Pong, waarin één van de grootste dode schrijvers van Nederland schrijft over de geboorte van het magische werkwoord.
‘Ik wou eens vragen,’ zei ik moeilijk, ‘u sprak zoëven van epibreren… het zal wel erg dom van me zijn, maar wat is dat eigenlijk?’
Een gemompel van bijval ging door de rijen en ook de ambtenaar keek licht ontroerd, toen hij mijn hand greep en sprak: ‘Dit is werkelijk een heel bijzonder ogenblik, meneer.’
‘Waarom?’ antwoordde ik.
‘Omdat u vraagt wat het betekent,’ zei de man. ‘Het betekent namelijk niets. Het is gewoon maar een woord. Ik heb het zelf verzonnen. Op een dag was er een lastige heer aan het loket, die ons haast wilde laten maken met een kwestie, die zijn tijd moest hebben. Ik zei: ‘Meneer, u hebt groot gelijk, maar geef ons nog een weekje om de zaak te epibreren. Het woord kwam vanzelf uit mijn volheid te voorschijn. En het werkte uitnemend: de man ging getroost heen.’
Het is net tovenarij. Een woord dat lastige mensen met lastige vragen doet knipperen met hun ogen. Op een dag als deze, waar zielloze schaapjes in de koude klapperen met hun tanden om bioscoopzalen te betreden en het filmstartschot van Harry Poter te horen klinken, zorgt een woordmagiër als Simon Carmiggelt en zijn adoptiezoon ‘epibreren’ voor ware magie.
Epibreren. ‘Niet nader aan te geven werkzaamheden verrichten (waarvan men de indruk wil geven dat ze belangrijk zijn, ook al stellen ze helemaal niets voor).’ Het staat zelfs in de Van Dale. Dan heeft een (werk)woord het gemaakt. Ook al bestaat het feitelijk niet. Het klinkt als een indrukwekkende carrière. Ik leef niet om te epibreren, ik epibreer om te leven.
De woensdag is een weekbreker en daarom geliefd onder de werkmieren van onze koningin. Maar wie breekt de woensdag, zodat ook de breukdag wordt gebroken voor een perfecte co-existentie van de meest nobele dag na de weekeinddagen? Hét woord van de woensdag natuurlijk. Om de week krijgt een ander woord een score-etiket. Hoe meer vandalen hij of zij scoort (ja, dames en heren, ook de Nederlandse taal herbergt mannetjes en vrouwtjes) hoe beter het woord.
IIk schreef dit op